Logo Wijnen Vanassche

Rosé uit de Provence - Bio, licht en verfrissend zomers.

Zeg Provence en je zegt rosé. Tuurlijk. Per slot is hier de bakermat van het rozige geluk in je glas. En dat geluk stijgt mét het glas, want de Provençaalse rosé wordt elk jaar beter. Plus populairder. Tot grote vreugde van de wijnboeren. En de liefhebber.

Zo’n vijftien jaar geleden mocht de consumptie van rosé amper naam hebben. Maar vooral dankzij de inspanningen van de Provençaalse wijnboeren, die in plaats van voor kwantiteit, inzetten op kwaliteit, kunnen we inmiddels van een glorieuze wederopstanding spreken. En vandaag de dag is de Provence de grootste roséwijnproducent ter wereld volgens de CIVP (Conseil interprofessionel des vins de Provence). Ongeveer 70% van de Provençaalse rosé gaat naar het buitenland. De Amerikanen zijn de grootste afnemers, met ruim 31 miljoen flessen. Met name in Florida, Californië, New York en Chicago weten ze Provençaalse rosé te waarderen. Komt volgens ‘marketeers’ ook door alle publiciteit rond Château Miraval in Correns (Var) waar de inmiddels gescheiden sterren Brad Pitt en Angelina Jolie nog steeds goudgeld mee verdienen. De wijnen worden overigens gemaakt door de befaamde wijnmakersfamilie Perrins uit de Vaucluse. En met het feit dat op Château d’Esclans in La Motte (ook Var) de duurste – en volgens de Russische eigenaar Sacha Lichine ook de beste – rosé ter wereld wordt gemaakt: Garrus, waarvan de jaargang 2012 inmiddels € 109 per flesje doet, maar dan heb je ook wat.

Wijndomein kijken, en kopen
Intussen wordt er steeds meer rosé naar Nederland, België en Engeland geëxporteerd. Azië, en dan vooral China, is aan een flinke inhaalslag bezig. Een erkende attractie voor Chinese toeristen in de Vaucluse is een bezoekje aan de ‘domaines’. En het opkopen ervan. Natuurlijk, ook elders in de wereld worden tegenwoordig heel behoorlijke rosé’s gemaakt, maar als je naar kwaliteitsrosé kijkt, dan is de Provence verreweg de belangrijkste regio.
De Provence – en dan speciaal het departement de Var (83) – heeft een formidabele voorsprong als het om rosé maken gaat. Daarvoor moet je eigenlijk terug naar de Feniciërs, die al in 600 voor Christus hier de eerste ranken aanplantten. Of nee, naar de Romeinen, die vonden dat het beter kon en die in ‘hun’ Provincia Romana de wijngaarden verder cultiveerden. Drie keer raden wat de eerste drinkbare wijn was die ze produceerden. Inderdaad, rosé.

Moderne methoden
Tegenwoordig worden de wijnen volgens de modernste methoden en technieken gefabriceerd en geperfectioneerd. Maar dankzij die lange geschiedenis, en eigentijds onderzoek, steken de wijnen uit de Provence met kop en schouders uit boven de concurrentie uit de rest van de wereld. En die van Frankrijk trouwens, want ook in bijvoorbeeld de Bourgogne en de Bordeaux waagt met zich tegenwoordig aan de rosé-productie. Daar halen de Provençaalse wijnboeren dan weer hun schouders over op. Want van de oevers van de Mediterannée tot aan de heuvels van de Haut Var, van het massief van Sainte Baume tot aan de Pays de Fayence: overal vind je wijndomeinen, coöperaties en kleine wijnboertjes, minstens zo’n 600 in totaal. Maar waar het echt om gaat zijn de drie AOC’s van de Var: Coteaux Varois, Bandol en Côtes de Provence. Zodat je zeker weet dat ook je glaasje rosé (of wit, of rood) gemaakt is van lokale druiven die de eigenschappen van het karakteristieke ‘terroir’ waar ze opgroeiden, hebben meegekregen. De mousserende wijnen van de Var hebben trouwens sinds een paar jaar een eigen keurmerk, een Indication Géographique Protégée (IGP).

Bio en bleek
Sterk in opmars: de bio-rosé. Gemaakt van biologisch geteelde druiven, wat betekent dat in de wijngaard nagenoeg geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest zijn gebruikt. Beter voor bodem, druivenstok en mens. Kan nóg beter: er is sinds kort ook 100% biologische rosé, waarbij ook tijdens het wijn maken (vinificatie) niks niet-biologisch wordt toegevoegd. Zo’n 19% van de Provençaalse rosé is bio, tegen 9% van de overige Franse wijnen.
Dat heeft allemaal trouwens niks met de kleur van de rosé te maken, dát is meer een modedingetje. Van donkerroze kleurde de rosé door de jaren heen naar licht zalmkleurig tot zelfs zeer bleek. Dat betekent niet dat de wijnen aan smaak hebben ingeboet, ze zijn juist krachtiger en smaakvoller geworden. Door natuurlijke technieken in de wijnkelder bijvoorbeeld. Die minder kleur, maar wèl meer smaak aan de druivenschillen onttrekken. Zo krijg je elegante, fruitige wijnen, met veel smaak en een lange afdronk. Droog, of heel licht gezoet door het rijpe fruit. Helemaal ‘la vie en rosé’.